De hommel wordt vaak verward met een bij. Toch is een hommel een heel ander soort dier dan de bij. Hommels zijn dikke, pluizige beestjes die er duidelijk anders uitzien dan bijen. Bijen hebben ook wel wat haren, maar alleen op het bovenlijf. Hommels hebben overal haar. In dit artikel hebben we een paar leuke feitjes over hommels verzamelt.
Feit 1: Kleine nesten
Een bijenvolk kan uit wel 50.000 individuen bestaan die allemaal in één nest wonen. Bijen bouwen dus enorme steden. Ook wespen zoeken elkaar graag op, want zij vormen nesten van tot wel 5000 individuen.
Hommels zijn meer van het dorpse leven: hun nest bestaat uit niet meer dan 300-400 werkers (en de koningin). Dat is een stuk kleiner.
Feit 2: Hommels kunnen wel degelijk steken
Elk kind weet dat hommels niet steken. Maar wist je dat ze dat wel kúnnen? Dit feit kwam bij veel van ons ook als een verrassing. Een hommel (althans, het vrouwtje) heeft wel degelijk een angel en in tegenstelling tot een bij kan de hommel wél meerdere keren steken. Maar hommels zijn de vriendelijkheid zelve. Je moet het wel heel bont maken wil je hen boos krijgen.
Feit 3: Hommels hebben stinkvoeten
Net als (sommige) mensen hebben hommels voeten die nogal wat geur afgeven. Bij mensen is dat vervelend. Voor hommels hebben de stinkvoeten een belangrijke functie.
Hommels hebben een olie-achtig laagje op hun lijf dat hen beschermt tegen water. Wanneer ze op een bloem landen, laten ze hun (geurende) voetsporen achter. Andere hommels ruiken dit, weten dan dat de bloem al geoogst is en vliegen door naar de volgende. Maar de geur dient ook als een manier om het nest terug te vinden.
Feit 4: Vlijtige bestuivers
Hommels zijn, net als bijen, enorm belangrijk voor de bestuiving van gewassen. Ze zijn misschien minder talrijk dan bijen, maar dat maken ze goed door hun enorme werklust. Dat moet ook wel, want deze insecten moeten elke dag enorm veel eten. Bij het vliegen slaan ze wel 200 keer per seconde met hun vleugels, dus je kunt je voorstellen dat ze een goede eetlust hebben. Omdat hommels ook bij lagere temperaturen vliegen (bijen blijven bij temperaturen onder de 15 graden liever binnen) bestuiven ze ook planten die anders overgeslagen zouden worden.
Feit 5: Hommels kunnen niet vliegen, maar gaan wel de ruimte in
Wetenschappers doen veel onderzoek naar hoe dingen in de natuur werken. Het idee daarbij is dat je dit kunt kopiëren in nieuwe uitvindingen. Bij NASA, de ruimtevaartorganisatie uit Amerika, hebben ze daarom onderzoek gedaan naar de manier waarop een hommel vliegt. De conclusie was verrassend: hommels kunnen niet vliegen, de wetten van de aerodynamica maken dat onmogelijk.
Je kunt je voorstellen dat dit de wetenschappers wel wat hoofdbrekens opleverde, want dat deze conclusie niet strookt met de feiten moge duidelijk zijn. Gelukkig hebben ze zelf ook door dat hommels wel degelijk kunnen vliegen. NASA heeft de hommel dus niet opgegeven, maar het onderzoek concentreert zich nu op de vraag of hommels in de ruimte kunnen leven om daar hun rol als bestuiver te vervullen. Want ook een astronaut raakt wel eens uitgekeken op astronautenvoer.
Kijk, dat zijn nou eens leuke dingen om te weten en aan vrienden en familie te vertellen.